woensdag 18 mei 2011

Getallen van de Romeinen (deel 2)




5)      In de oudste notaties van Romeinse getallen bestonden geen beperkingen voor de andere tekens (M, C, X, I) maar in de latere praktijk werd het aantal keren dat een zelfde teken achter elkaar werd gebruikt, beperkt tot 3.
4 werd dus oorspronkelijk
'IIII' genoteerd, maar later werd het 'IV'.
Op klokken met een Romeinse wijzerplaat wordt de oude notatie overigens nog wel gebruikt. De 4 wordt als
'IIII' genoteerd en soms wordt de 9 als 'VIIII' genoteerd. De oude Romeinen gebruikte liever niet de combinatie IV voor 4 omdat dit de beginletters zijn van de Romeinse oppergod: IVPPITER. Het gebruik werd voor het laatst gebruikt enkele eeuwen geleden.

6)      De letters V, L en D komen van X, C en M door ze te verdelen in twee stukken. Het boven stuk van een X is een V, het onder stuk van een (hoekige) C is een L en het linker stuk van M is(in gesloten vorm) een D. Op sommige gebouwen in Nederland wordt het bouwjaar met verwarrende Romeinse cijfers afgebeeld. Voor de D wordt dan een I en een omgedraaide C gebruikt, voor de M een C, een I en een omgedraaide C. 1600 is dan CI)I)C.
Zeker waar het grotere getallen betrof bestonden er nogal wat afwijkende schrijfwijzen. Vier voorbeelden om dat te illustreren:

De eerste is een alternatieve schrijfwijze voor 1.000 (duizend), de tweede voor 5.000. De schrijfwijze voor 1.000 is eigenlijk een stilering van een cirkel (= twee gespiegelde C's) met een verticale streep in het midden. Twee concentrische cirkels stonden dan voor 10.000 en drie voor 100.000. (Theoretisch kun je zo nog grotere veelvouden van 1.000 weergeven. Maar in de praktijk gebeurde dat niet omdat de getalwaarde van een dergelijke notering niet goed meer in één oogopslag te lezen is.) Halve cirkels (meer bepaald de rechterkant = een I met rechts daarvan één of meer C's in spiegelschrift) geven aan dat je het zo bekomen getal door twee moet delen. (Zo kun je ook de 'D' voor 500 beschouwen als een halve duizend in deze notering.)
Het derde en het vierde getal hierboven stellen respectievelijk 12.000 en 30.000.000 voor. Het horizontale streepje geeft aan dat je het getal eronder met 1.000 moet vermenigvuldigen. Staat het getal in een niet gesloten rechthoek, dan moet je het met 100.000 vermenigvuldigen. Zelfs combinaties waren mogelijk: als je het 3de getal hierboven vlak achter het 4de zou schrijven, krijg je de Romeinse notering voor 30.012.000. Dat een dergelijke schrijfwijze verwarring kan scheppen en aanleiding kan geven tot interpretatiefouten, spreekt vanzelf. Zo zou keizer Tiberius aan de latere keizer Galba ooit 500.000 in plaats van 50.000.000 sestertiën hebben uitbetaald omdat het bedrag in het legaat was aangeduid als

De streepjes aan de zijkanten waren zo kort dat Tiberius ze niet als verticale lijnen wilde zien, maar als begin- en eindpunt van de horizontale streep.


Nadelen:
-          Het is heel onhandig, want je moet weten wanneer je moet aftrekken, optellen of zelf vermenigvuldigen.
-          Er zijn veel regels dat je sommige combinaties niet mag gebruiken, dus je moet het soms heel moeilijk doen.
-          Wat je zoals hierboven zag: Tiberius maakte ook een fout omdat het niet duidelijk was geschreven en er waren nog meer onduidelijkheden zoals dat sommigen de cijfers anders schreven.
-          Ze hadden maar 7 verschillende cijfers en daarmee moest je combineren en dat was dus niet zo makkelijk.
Voordelen:
-          Ze gingen op den duur ook vermenigvuldigen en dat was wel handig, want dan konden ze grotere getallen vormen.
-          Het was makkelijk te schrijven, want het waren alleen maar rechte strepen en geen bogen.




Bronnen:

Geen opmerkingen:

Een reactie posten